Mijn dagdromen handelen over avonturen in boomgaarden en bossen, of over de strijd voor een mooiere wereld. Al dromend heb ik al heel wat jonge zeehondjes gered en voer ik regelmatig een 'volwassen' politiek gesprek tegen het niets. In mijn dromen ben ik Robin Hood, of een primitief levende zelfstandige vrouw, of een charismatisch wereldverbeteraar. Realiteit bestaat niet, of is hetzelfde.
Lang geleden al, droomde ik overal waar ik was; In het verkeer, op het schoolplein, in de klas, op mijn kamer. Ik zakte weg in mijn eigen hoofd en bevond me dagelijks in een grote droom. Alles kon en mocht gebeuren. Het dagdromen startte na het horen of lezen van één woord wat me ergens aan deed denken. Ik herkende iets en binnen één seconde bevond ik mij in een acute dagdroom, nog levendiger dan een Amerikaanse film.
In mijn dromen voel ik mij gelukkig. Ik overleefde alles; elke tegenslag, elke uitdaging en elk gesprek altijd even glansrijk. Ik ben een held.
Ergens onderweg heeft iemand me gezegd dat je, als je iets steeds vergeet, je het ook niet belangrijk vindt. Want als je het wel belangrijk vindt, dan zou je er een prioriteit van maken en het niet vergeten. Mijn gymspullen, mijn sleutels en mijn fiets zijn dus niet belangrijk, net als vrienden niet, die ik wel eens vergeet terug te bellen.
Niet meer dromen dus want dan vergeet ik belangrijke dingen, zeggen ze.